-
1 concrete
adj. concreet; duidelijk waarneembaar--------n. beton--------v. betonneren; tastbaar wordenconcrete1[ kongkrie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beton————————concrete2[ kongkrie:t] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 concreet ⇒ echt, tastbaar2 vast ⇒ massief, hard♦voorbeelden:1 he doesn't have a concrete idea of what he wants • hij heeft geen vastomlijnd idee van wat hij wil————————concrete31 (ver)harden ⇒ compact/hard/massief worden/maken, (doen) stollen2 betonneren ⇒ met beton bedekken, (in) beton storten3 concreet maken ⇒ belichamen, concretiseren -
2 concretize
v. iets concreet maken; iets specifiek maken, iets werkelijk maken
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский